Microsoft heeft de eerste update voor Windows 11 uitgebracht; dit heeft er echter onbedoeld voor gezorgd dat de prestaties op AMD-computers zijn verslechterd.
Op 6 oktober meldde halfgeleiderbedrijf AMD dat Windows 11 prestatieproblemen veroorzaakt op computers die de Ryzen-processor gebruiken. En nu, met deze update, zijn latentieproblemen op AMD-computers gestegen tot 31,9 nanoseconden, volgens TechPowerUp.
De Windows 11-update verbeterde de beveiliging van het besturingssysteem en loste een aantal softwareproblemen op, met name Intel's "Killer" en "SmartByte" netwerksoftware. Er was een probleem met Windows 11-computers die UDP-pakketten op die software lieten vallen, wat prestatieproblemen veroorzaakte voor andere protocollen.
AMD ontdekte dat het besturingssysteem de latentie in de L3-cache van de processor verhoogde, een onderdeel van de CPU dat de computerprestaties verbetert. Het bedrijf stelt dat de latentie onder Windows 11 verdrievoudigt en resulteert in 3% tot 5% slechtere prestaties op bepaalde apps.
Met deze nieuwe update kan die prestatiedaling oplopen tot 15%.
Microsoft is op de hoogte van het probleem en werkt momenteel samen met AMD om de problemen op te lossen. Het is echter niet bekend wanneer de patch wordt uitgebracht, en AMD belooft iedereen te laten weten zodra deze beschikbaar is.
Windows 11 wordt sinds de lancering geteisterd door meerdere problemen. Microsoft heeft een pagina gewijd aan het catalogiseren van alle problemen die op het nieuwe besturingssysteem worden aangetroffen terwijl het bedrijf aan oplossingen voor hen werkt.