Het Transmission Control Protocol (TCP) gebruikt een reeks communicatiekanalen die poorten worden genoemd om systeemberichten te beheren tussen verschillende applicaties die op hetzelfde fysieke apparaat draaien. In tegenstelling tot de fysieke poorten op computers zoals USB-poorten of Ethernet-poorten, zijn TCP-poorten virtueel programmeerbare ingangen genummerd tussen 0 en 65535.
De meeste TCP-poorten zijn kanalen voor algemene doeleinden die indien nodig in gebruik kunnen worden genomen, maar verder niets doen. Sommige poorten met een lager nummer zijn echter bestemd voor specifieke toepassingen. Hoewel veel TCP-poorten behoren tot applicaties die niet meer bestaan, zijn sommige erg populair.
TCP-poort 0
TCP gebruikt poort 0 niet echt voor netwerkcommunicatie, maar deze poort is welbekend bij netwerkprogrammeurs. TCP-socketprogramma's gebruiken volgens afspraak poort 0 om te verzoeken dat een beschikbare poort wordt gekozen en toegewezen door het besturingssysteem. Dit voorkomt dat een programmeur een poortnummer moet kiezen ("hardcode") dat mogelijk niet goed werkt voor de situatie.
TCP-poorten 20 en 21
FTP-servers gebruiken TCP-poort 21 om hun kant van FTP-sessies te beheren. De server luistert naar FTP-commando's die op deze poort binnenkomen en reageert dienovereenkomstig. In actieve modus FTP gebruikt de server bovendien poort 20 om gegevensoverdrachten terug naar de FTP-client te initiëren.
TCP-poort 22
Secure Shell gebruikt poort 22. SSH-servers luisteren op deze poort naar inkomende aanmeldingsverzoeken van externe clients. Vanwege de aard van dit gebruik wordt poort 22 van elke openbare server vaak onderzocht door netwerkhackers en is het onderwerp van veel onderzoek geweest in de netwerkbeveiligingsgemeenschap. Sommige voorstanders van beveiliging raden beheerders aan hun SSH-installatie naar een andere poort te verplaatsen om deze aanvallen te voorkomen, terwijl anderen beweren dat dit slechts een marginaal nuttige oplossing is.
TCP-poort 23
Poort 23 regelt telnet, een op tekst gebaseerd systeem voor inloggen op externe systemen. Hoewel moderne benaderingen voor toegang op afstand afhankelijk zijn van Secure Shell op poort 22, blijft poort 23 gereserveerd voor de oudere en minder veilige telnet-applicatie.
TCP-poorten 25, 110 en 143
E-mail is afhankelijk van verschillende standaardpoorten. Poort 25 regelt het Simple Mail Transfer Protocol - het hulpmiddel waarmee een e-mail op uw computer zijn weg vindt naar een mailserver en vervolgens van die server naar het grotere internet voor routering en bezorging.
Aan de ontvangende kant regelt poort 110 het Post Office Protocol, versie 3, en poort 143 is bestemd voor het Internet Mail Access Protocol. POP3 en IMAP regelen de stroom van e-mails van de server van uw provider naar uw inbox.
De beveiligde versies van SMTP en IMAP variëren afhankelijk van de configuratie, maar poorten 465 en 587 zijn gebruikelijk.
UDP-poorten 67 en 68
Dynamic Host Configuration Protocol-servers gebruiken UDP-poort 67 om te luisteren naar verzoeken terwijl DHCP-clients communiceren op UDP-poort 68.
TCP-poorten 80 en 443
Ongetwijfeld de meest bekende poort op internet, TCP-poort 80 is de standaard waarop HyperText Transfer Protocol-webservers luisteren voor webbrowserverzoeken.
Poort 443 is de standaard voor beveiligde
UDP-poort 88
De Xbox-netwerkspelservice gebruikt verschillende poortnummers, waaronder UDP-poort 88.
UDP-poorten 161 en 162
Standaard gebruikt het Simple Network Management Protocol UDP-poort 161 voor het verzenden en ontvangen van verzoeken op het netwerk dat wordt beheerd. Het gebruikt UDP-poort 162 als standaard voor het ontvangen van SNMP-traps van beheerde apparaten.
TCP-poort 194
Hoewel tools zoals smartphone-berichtenapps en services zoals Slack en Microsoft Teams het gebruik van Internet Relay Chat hebben ingeperkt, blijkt IRC nog steeds populair bij mensen over de hele wereld. Standaard gebruikt IRC poort 194.
Poorten boven 1023
TCP- en UDP-poortnummers tussen 1024 en 49151 worden geregistreerde poorten genoemd. De Internet Assigned Numbers Authority houdt een lijst bij van services die deze poorten gebruiken om conflicterend gebruik te minimaliseren.
In tegenstelling tot poorten met lagere nummers, kunnen ontwikkelaars van nieuwe TCP/UDP-services een specifiek nummer selecteren om te registreren bij IANA in plaats van dat er een nummer aan wordt toegewezen. Het gebruik van geregistreerde poorten vermijdt ook de extra beveiligingsbeperkingen die besturingssystemen op poorten met lagere nummers plaatsen.
