Onderzoekers van het National Institute of Information and Communications (NICT) in Tokio hebben onlangs het wereldrecord voor gegevensoverdrachtsnelheden gebroken en bereikten 319 terabits per seconde.
Het team van wetenschappers en ingenieurs werd geleid door Benjamin Puttnam bij het NICT, een organisatie met een geschiedenis van prestaties op het gebied van gegevensoverdracht. In feite heeft de NICT in april 2020 172 terabit over 2.000 kilometer uitgezonden, waarmee destijds een wereldrecord werd gevestigd.
Om enig perspectief te geven: met het nieuwste snelheidsrecord kan iemand 10.000 high-definition films van elk 4 gigabyte in ongeveer één seconde overbrengen.
Om deze prestatie te bereiken, nam het team een gekoppelde vieraderige optische vezelkabel en leidde de gegevens door vier optische vezelbuizen. De gegevens werden vervolgens verzonden met behulp van "wavelength-division multiplexing."
Deze specifieke technologie neemt de databundel en splitst deze in 552 afzonderlijke kanalen. De gegevens worden vervolgens door de vier kernen verzonden via een glasvezelkabel die 3.000 kilometer lang is. En om ervoor te zorgen dat de signaalsterkte niet haperde, werden er om de 70 kilometer versterkers geplaatst om het te versterken.
De optische vezelbuizen speelden een sleutelrol bij het breken van het record, omdat het signaalverstoring over de lange afstand verminderde. Normaal gesproken wordt er maar één buis gebruikt. De versterkers waren ook bijzonder, omdat ze sporen van zeldzame aardelementen bevatten, zoals thulium en erbium, om de signaalsterkte nog verder te versterken.
Volgens het team verzond elk kanaal gegevens met ongeveer 145 gigabyte per seconde voor elke kern. Met 552 kanalen konden de onderzoekers de gerapporteerde snelheid van 319 terabit bereiken.
Het doel van deze test was om het onderzoek van het team naar langeafstandsdatatransmissiesystemen voort te zetten. De gegevens en bevindingen van deze tests zullen de wereld voorbereiden op een post-5G-netwerktijdperk.